Indexatie flexilonen vanaf 1 maart 2022
Zoals je wel weet, kunnen gepensioneerden en bepaalde werknemers dankzij het systeem van flexi-jobs tegen gunstige voorwaarden een centje bijverdienen. Dat terwijl werkgevers op een flexibele en voordelige manier extra personeel kunnen inzetten op piekmomenten. Het loon dat ze hiervoor krijgen, werd op 1 maart 2022 geïndexeerd.
Hoe worden flexi-jobwerknemers verloond?
Het minimumloon dat je verschuldigd bent aan je flexi-jobwerknemers is voor elke functie dezelfde en staat volledig los van de normale sectorale minimumlonen.
Ook de indexering van dit minimumloon verloopt anders; zij wordt geïndexeerd telkens wanneer de spilindex is overschreden. De spilindex is wederom overschreden in februari jl. zodat het flexi-jobuurloon deze maand wordt aangepast:
- Vanaf 1 maart 2022 bedraagt zij minimum 10,13 euro per uur.
- Vorige maand was dat nog 9,93 euro per uur.
Waar dien je nog rekening mee te houden bij flexi-jobmedewerkers?
Op dit minimumloon is een flexivakantiegeld verschuldigd van 7,67% dat samen met het flexiloon wordt uitbetaald aan de werknemer. Je sociaal secretariaat zorgt voor de berekening.
- Betaal je meer dan het minimumloon, dan wordt dit uurloon niet verhoogd. Je betaalt wel minstens het minimumloon.
- Het flexiloon is aan geen enkele sociale inhouding onderhevig. Bruto is dus gelijk aan netto. De werkgever betaalt wel 25% op het flexiloon aan de RSZ.
Om als een flexi-jobwerknemer in aanmerking te komen moet deze persoon in het derde voorafgaand kwartaal een tewerkstelling hebben die minstens 4/5de bedraagt van een voltijdse tewerkstelling (behalve gepensioneerden).
- Het indienstnemen van een flexi-jobwerknemer veronderstelt twee documenten: de raamovereenkomst en de flexi-jobarbeidsovereenkomst. Deze laatste kan ook mondeling worden afgesloten.
- In dimona wordt de flexi-jobwerknemer aangegeven onder de code “FLX”. De RSZ evalueert meteen de voorwaarde van 4/5de tewerkstelling. Is de arbeidsovereenkomst mondeling afgesloten, dan vermeldt u eveneens, vóór de aanvang van werk, begin en einde van de prestatie.
Voor meer informatie kan je je richten tot de gekende kanalen, zoals de RSZ of je sociaal secretariaat.