8. PROVINCIALE VERKIEZINGEN

 

Lokale verkiezingen zijn meer dan gemeente- en districtraadsverkiezingen alleen. Ook de provinciebesturen zijn aan hernieuwing toe. De bevoegdheidspakketten van de provincies worden weliswaar hervormd vanaf de volgende legislatuur, toch blijven de provincies een belangrijke gesprekspartner voor een goed horecabeleid. Horeca Vlaanderen suggereert dan ook graag een aantal aandachtspunten voor de provinciale besturen.

 

8.1. Toerismebeleid

Als er één provinciale bevoegdheid is die van cruciaal belang is voor de horeca, dan is het het toerismebeleid wel. Elke provincie heeft een provinciale toeristische organisatie (PTO) waarmee samengewerkt kan worden en die samen Logeren in Vlaanderen hebben gesticht, waarin ook Horeca Vlaanderen partner is.

Horeca Vlaanderen dringt er bij de provincies op aan om te blijven investeren in toerismebeleid. Dit geldt voor alle Vlaamse provincies, niet enkel voor de traditioneel meer toeristische regio’s. Toerisme levert toegevoegde waarde en werkgelegenheid, en is daarmee van belang in alle delen van het land. De provincie voorziet dus best in een autonome PTO die instaat voor een sterk en overlegd toerismebeleid.

Dat toerismebeleid richt zich in eerste instantie op de binnenlandse markt. Daarom is het belangrijk dat de provincies samen sterk blijven investeren in Logeren in Vlaanderen en in het merk “logeren in Vlaanderen Vakantieland”. Het doel is het verblijfstoerisme te versterken, maar dat betekent niet dat het dagjestoerisme nergens mee de focus van het beleid zou kunnen zijn. Het belangrijkste is dat de toeristische ondernemers (en in ons geval vooral logiesuitbaters, restaurants en cafés) ondersteund worden om meerwaarde te creëren.

Een goed toerismebeleid ontstaat in partnerschap. Uiteraard is er nood aan een goede overlegstructuur met (onder meer) de horeca. Hiervoor kan een beroep gedaan worden op de provinciale afdelingen van Horeca Vlaanderen. De provincies moeten echter ook partnerschappen opzetten met elkaar, met de gemeenten en met Toerisme Vlaanderen. Het Vlaamse toerismebeleid kent immers vele actoren, die niet noodzakelijk steeds elkaar versterkend optreden. De provincies bewijzen al een goede samenwerking binnen Logeren in Vlaanderen; dit platform kan bovendien een coördinerende rol spelen ten aanzien van andere belangrijke actoren, zoals de kunststeden en de gemeentelijke toeristische initiatieven.

Toerisme Vlaanderen staat dan weer in voor de internationale promotie van Vlaanderen. maar een goede internationale promotie kan niet volledig los staan van wat er aan binnenlandpromotie gebeurt. Logeren in Vlaanderen moet dus investeren in een constructief partnerschap met Toerisme Vlaanderen (en vice versa).

Tot slot hebben de provincies een traditie in promotie van de lokale eet-, drink- en tafelcultuur. De vroegere vzw Vlaanderen Lekkerland is opgegaan in Toerisme Vlaanderen en kent daar een actieve werking binnen de Flanders Food Faculty. De provincies blijven echter een erg belangrijke promotor van de lokale gastronomie. Horeca Vlaanderen roept op om een blijvende rol hierin te spelen.

Beleidsvoorstellen:

·         Elke provincie beschikt over een autonome Provinciale Toeristische Organisatie en investeert voldoende middelen voor een professioneel toerismebeleid, in overleg met de provinciale horecafederatie.

·         Logeren in Vlaanderen kan steunen op voortgezette financiële inspanningen van de provincies.

·         LIV werkt structureel samen met de kunststeden, de gemeentelijke toeristische diensten en met Toerisme Vlaanderen.

·         De provincies zetten in op de promotie van de lokale eet-, drink- en tafelcultuur.

 

8.2. Economisch beleid

Het provinciale economische beleid bestaat uit vele aspecten: de provinciale ontwikkelingsmaatschappijen, kernversterkend stedelijk beleid, onroerend erfgoed, vergunningen, ruimtelijke ordening. Bij algemeen economisch beleid wordt niet altijd de reflex gemaakt naar de specifieke behoeften van de horecasector, bv in het kernversterkend beleid. Daarom is het aangewezen een structureel overleg met de provinciale horecafederatie tot stand te brengen.

Een specifiek aandachtspunt is de exploitatie van onroerend erfgoed. Provincies staan vaak in voor heel wat erfgoed, waarvoor vaak een nuttige bestemming wordt gezocht. Meermaals komt een horeca-uitbating (van restaurant over hotel tot café of evenementen) daarvoor in aanmerking. In dat geval moet de provincie een aantal aspecten in overweging nemen. Om erfgoed zo authentiek mogelijk te laten verderleven, is het evident dat er heel beschermende maatregelen worden genomen. Indien men echter beslist het erfgoed als horeca-onderneming te bestemmen, moet men aanvaarden dat ook het uitbaten van een rendabele horecazaak zijn wetmatigheden heeft (het plaatsen van terrassen, het bevestigen van een luifel, vereisten van toegankelijkheid, …). Indien er horeca wordt geplaatst in een stukje erfgoed moet er een zeer goed evenwicht gevonden worden tussen bescherming en rendabiliteit.

Om de rendabiliteit van horeca te bevorderen, bv in provinciale domeinen, is het sowieso aangewezen steeds een overeenkomst te sluiten met de horeca-ondernemer en nooit een brouwerij of drankenhandelaar als tussenpersoon aan te stellen. Op die manier wordt de ruime problematiek van drankafnameovereenkomsten (de “brouwerijcontracten”) vermeden.

Provincies spelen ook een rol in land- en tuinbouwonderzoek. Hierbij kan meegenomen worden dat onderzoeksresultaten die nuttig zijn voor de land- en tuinbouw of voor voedingsproducenten, dit ook kunnen zijn voor ondernemers die later in de keten zitten. Bij specifiek onderzoek moet er dus een reflex zijn om resultaten ook tot in de horeca door te trekken. Dezelfde overweging kan gelden bij de promotie van streekproducten.

Beleidsvoorstellen:

·         De horeca is een specifieke sector die best structureel betrokken wordt in het provinciaal economisch beleid.

·         Erfgoed met een horecabestemming moet de voorwaarden tot een rendabele horeca-onderneming in zich dragen.

·         Provinciale concessies voor horeca volgen minstens de voorwaarden van de handelshuurregelgeving en worden rechtstreeks aan een horeca-ondernemer toegekend.

·         Voedingsonderzoek en promotie van streekproducten kunnen vaak tot in de horeca worden doorgetrokken.

 

 

8.3. Mobiliteit

Provincies hebben vaak een bevoorrechte helikopterkijk op de verkeersknopen in ons land. Het is dan ook een uitgelezen niveau om aandacht te besteden aan bv fietsknooppunten en mobiliteitsstudies. De fietsontsluiting heeft zowel een toeristisch als een mobiliteitsbelang. Daarnaast kunnen provincies een rol spelen in het in kaart brengen van minder voor te hand liggende verkeersstromen. Vooral toerisme en uitgaansleven zorgen soms voor alternatieve stromen. In de meeste mobiliteitsschema’s worden stedelijke kernen als het knooppunt van mobiliteit gezien. Daarbij wordt uit het oog verloren dat bv discotheken niet altijd in deze kernen liggen. Het gevolg is dat er nauwelijks aanbod aan openbaar vervoer is naar deze plekken. Dit valt bijzonder te betreuren in het kader van het streven naar veilig nachtelijk vervoer rond uitgangsplekken. De provincie zou dus een rol moeten kunnen spelen om ook het toeristische vervoer en het nachtelijke vervoer in kaart te brengen en voor ontsluitingsvoorstellen te zorgen.

Beleidsvoorstellen:

·         Provincies blijven investeren in fietsknooppunten en fietsontsluiting.

·         De provincie brengt ook nachtelijke en toeristische verkeersstromen in kaart en stelt veilige ontsluitingsmogelijkheden voor, liefst via openbaar vervoer.