Nieuwe cao's in de horecasector

Op 3 juli 2024 werden in het paritair comité twee nieuwe collectieve arbeidsovereenkomsten (verder afgekort als ‘cao’) afgesloten: ééntje met betrekking tot werkkledij en een ander met betrekking tot het statuut van syndicale afvaardiging. Door het afsluiten van deze nieuwe werkafspraken binnen de gehele sector, wijzigen er mogelijks enkele zaken voor u.

cao (1) (1)


Geen verplicht werkuniform meer, wel werkkledij noodzakelijk bij vervuilend werk

Omwille van een recente wijziging van de ‘codex over het welzijn op het werk’ alsook het feit dat onze voormalige cao over het dragen van werkuniformen verouderd was, werd in het paritair comité onderhandeld over nieuwe gezamenlijke afspraken inzake werkuniformen. De cao maakt voortaan een onderscheid tussen ‘werkuniformen’ en ‘werkkledij’, ingevolge de wijziging in de reeds benoemde codex.

  • Werkuniformen

Het dragen van een werkuniform in de sector wordt minder dwingend gemaakt. De horecawerkgever kan voortaan het dragen van een werkuniform opleggen aan zijn personeel. Let op: indien een werkuniform nodig is, dient u als ondernemer wel een gedetailleerde omschrijving, eventueel per functie, op te nemen in het geldende arbeidsreglement. Het te dragen werkuniform wordt dus niet gespecifieerd in de cao

Wat wordt er verstaan onder een werkuniform? In de nieuwe cao wordt gesteld dat het werkuniform steeds een bovendeel moet bevatten, een broek of rok, of gelijkwaardig (bv een salopette). Voor keukenpersoneel maakt een hoofddeksel deel uit van het werkuniform, met uitzondering van de afwasser. Conform de voorschriften van de Rijkdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) mag het werkuniform niet bestaan uit gewone stads- of vrijetijdskledij en is het dragen van het werkuniform buiten de werkuren verboden.

In principe zorgt de werkgever voor de levering en het onderhoud van het volledige werkuniform.

  • Werkkledij

De ‘codex over het welzijn op het werk’ schrijft voor dat de werknemer werkkledij moet dragen indien het werk van de werknemer bevuilend is. De werkkledij wordt bepaald door de werkgever, in samenspraak met de bevoegde preventieadviseur, en per functie gespecifieerd in het arbeidsreglement. De codex geeft het voorbeeld van een overall, een pak bestaande uit een broek, een T-shirt en jas, hetzij een stofjas of een voorschoot.

Ook hier schrijft de RSZ voor dat de werkkledij niet als gewone stads- of vrijetijdskledij kan gedragen worden.

In principe zorgt de werkgever voor de levering en het onderhoud van de werkkledij.

  • Kledijvergoeding

De werkgever die de aankoophernieuwingreiniging of onderhoud van de werkuniformen of de werkkledij overlaat aan de werknemer die dit ten laste neemt, is hiervoor de volgende kledijvergoeding verschuldigd:

  • € 2,08 per effectief gewerkte dag voor de aankoop en/of hernieuwing;
  • € 2,08 per effectief gewerkte dag voor het onderhoud van de werkuniformen of de werkkledij.

Deze kledijvergoeding, die jaarlijks wordt geïndexeerd, is niet onderworpen aan RSZ-bijdragen en is niet belastbaar.

De werknemers die zelf instaan voor het onderhoud van de opgelegde werkkledij moeten de nodige instructies ontvangen om de reiniging en de herstelling van de werkkledij adequaat te kunnen verrichten.

Het is de werkgever niet toegestaan het opgelegde werkuniform of de opgelegde werkkledij slechts gedeeltelijk ter beschikking te stellen of te onderhouden. In afwijking hiervan is de werkgever die de werkuniformen of de werkkledij ter beschikking stelt van de werknemers, met uitsluiting van schoenen, sokken en effen kousen, en hij voor het onderhoud, de reiniging en de herstelling ervan verzekert en ze wast, de kledijvergoeding niet verschuldigd.

Vanaf wanneer treden deze (ver)nieuw(d)e werkafspraken in werking? Opdat u de nodige tijd zou hebben om uw arbeidsreglement aan te passen, heeft Horeca Vlaanderen ervoor geijverd dat de cao pas zou ingaan op 1 september 2024. Dit is dan ook de datum waarop werkuniformen minder dwingend zullen worden en werkkledij verplicht is bij vervuilend werk.

Wijziging van de cao over het statuut van de syndicale afvaardiging

De vernieuwde cao met betrekking tot het statuut van de syndicale afvaardiging is alleen van toepassing op werkgevers met gemiddeld minstens 40 werknemers.  

Met het oog op vergaderingen met de directie, mag de syndicale afvaardiging tijdens de diensturen vergaderen volgens de tussen de directie en de syndicale afvaardiging in gemeenschappelijk overleg bepaalde modaliteiten. De effectieve (of de ‘actieve’ plaatsvervangende) leden van de syndicale afvaardiging beschikken over drie uren per maand voor deze voorbereidende vergaderingen. Maar in uitvoering van het sectorakkoord 2023-2024 worden deze ‘drie uren per maand’ vanaf 1 juli 2024 gewijzigd in ‘negen uren per kalenderkwartaal’.

De syndicale afvaardiging geniet een bijzondere ontslagbescherming. Dit is niet nieuw.
Er is echter wel overeengekomen dat deze ontslagbescherming eveneens geldt voor de plaatsvervangende leden van de syndicale afvaardiging in de periode van 1 juli 2024 tot 30 juni 2028.

Word nu lid!

Als lid van Horeca Vlaanderen word je altijd als eerste op de hoogte gebracht van nieuwe en relevante horecawetgeving. Bovendien kan je steeds aankloppen bij onze juridische dienst voor persoonlijk eerstelijnsadvies. Sluit je nu aan bij de mooiste horecafamilie!