Bijna 20% meer faillissementen dan vorig jaar: horecafederaties trekken aan de alarmbel en leggen 4 haalbare #horecaquickwins voor 2024 op tafel.

Uit cijfers van dataspecialist Graydoncreditsafe blijkt dat tijdens de eerste drie kwartalen van dit jaar al 1.386 horecaondernemingen de boeken neerlegden. Het aantal faillissementen in de horecasector staat bovenaan op het lijstje, op de tweede plaats, na de bouw. Opvallend daarbij is een duidelijke stijging van het aantal faillissementen bij de eetgelegenheden met bediening (gedeeltelijk en volledig).  

Hoe dat kan? De horeca was al traditioneel een arbeidsintensieve sector en dat zie je aan de loonkost. Logisch dat de recente indexering bij de start van 2023 de sector dan ook in het hart raakt.

Dit jaar was er al een potentieel jobverlies van 2.709 banen. Dat zijn 616 banen meer dan in de eerste negen maanden van 2022. De situatie is dus alarmerend en toont aan dat het voorgesteld pakket maatregelen van juni 2022 - de zogeheten “Zomersuggesties” - noodzakelijk waren. Toch werd er, op uitzondering van het succesvol verhogen van het aantal fiscale vriendelijke uren voor jobstudenten (van 475 naar 600 uren) door de federale regering, geen verder gevolg aan gegeven. 

4 haalbare #horecaquickwins als tussenstap

Horeca Vlaanderen, Horeca Brussel, Horeca Wallonië en Comeos richten zich dan ook gezamenlijk tot de federale regering tijdens deze begrotingsbesprekingen. De horecawerkgeversorganisaties zijn samen op zoek gegaan naar een weg in het midden, een haalbare stap vooruit in afwachting van verdere hervormingen.

De 4 #horecaquickwins samengevat:

1. Een gelijk speelveld voor alle horeca-activiteiten. Dezelfde spelregels als uitgangspunt, overal;

De huidige regels, met onder meer een drempel van 25 000 euro voor geconsumeerde voeding ter plaatse als voorwaarde voor het hebben van een geregistreerde kassa, laten ruimte voor oneerlijke concurrentie.

2. Een verlaagd btw-tarief naar 12% voor non-alcoholische dranken bij consumptie ter plaatse;

Tot op vandaag vallen maaltijden en non-alcoholische dranken onder een ander Btw-tarief, afhankelijk of het ter plaatse wordt geconsumeerd of takeaway is. Wij vragen een btw-vereenvoudiging en -uniformisering zodat voortaan: 

• Non-alcoholische dranken die ter plaatse geconsumeerd worden, onder hetzelfde tarief zouden vallen als maaltijden die ter plaatse geconsumeerd worden, zijnde dus 12% btw. 
• Alle voeding in takeaway, ongeacht om welke voeding het gaat, zouden vallen onder het algemeen geldende btw-tarief hiervoor, zijnde 6% btw.

Bij de invoering van dit voorstel zullen maaltijden en non-alcoholische dranken ter plaatste dus altijd onder het 12% Btw-tarief vallen. Momenteel is dit voor non-alcoholische dranken nog 21%. Inzake takeaway blijft alles dus zoals het was, op 6%. Ook de tarieven voor overnachtingen en logies (6%) en alcoholische dranken (21%) blijven behouden.

“Deze harmonisatie is een eerste logische tussenstap naar latere hervormingen van de Btw-tarieven in ons land, met de huidige budgettaire realiteit in het achterhoofd” , licht De Caluwe toe.

3. Een indexatie en uitbreiding van de bestaande doelgroepenkorting voor maximaal 5 voltijdse werknemers in de horeca;

De doelgroepenkorting voor maximum 5 voltijdse werknemers is reeds van toepassing, mits aanwezigheidsregistratie in de geregistreerde kassa. Momenteel bedraagt die korting 500 euro per kwartaal, verhoogd naar 800 voor werknemers onder de 26 jaar, en is die enkel voor bedrijven met maximum 49 werknemers.

De horecawerkgeversorganisaties vragen nu om:

• De bestaande bedragen per kwartaal de indexering van de sector te laten volgen, met eveneens een logische inhaalbeweging voor het verleden.
  Met de inwerkingtreding zou de doelgroepenkorting 624,59 euro per kwartaal, verhoogd naar 999,35 euro voor werknemers onder de 26 jaar, moeten bedragen.
• ook toegang voor de bedrijven met 50 plus werknemers te voorzien, in het kader van een gelijkspeelveld binnen de sector.

Voor de patronale bank blijft, los van de indexering, de verhoging van het bedrag en van het maximum aantal vaste voltijdse medewerkers dat van deze maatregel gebruik kan maken cruciaal in een arbeidsintensieve sector zoals de onze. Dit moet, in het belang van de levensvatbaarheid van ondernemingen die tewerkstelling creëren in onze sector, opnieuw op tafel komen en eindelijk uitgevoerd worden.

4. Een uitbreiding van het aantal bruto-netto overuren van 360 naar 450;

Werkgevers in de horeca, met een geregistreerd kassasysteem, kunnen gebruik maken van 360 bruto-netto overuren per vaste voltijdse werknemer per kalenderjaar. Anno 2023 zijn veel werknemers in de horeca vragende partij om extra te mogen werken bij hun werkgever. De verhoging van het aantal bruto-netto overuren met 90 is een kosteloze maatregel voor de overheid, die mensen beloont die vrijwillige meer willen werken alsook de zorgen van onze ondernemers over het personeelstekort deels wegnemen. De verhoging is tenslotte ook logisch, aangezien het in lijn ligt met de eerdere verhoging van het aantal fiscaal-vriendelijke uren voor jobstudenten.

“Voor iedereen die elke dag hard werkt, zal de invoering van onder meer deze maatregel het morgen weer iets beter maken dan vandaag. Onze 63 000 horecaondernemers vragen een signaal, een teken van hoop. En dat teken zijn ze waard, want iedere euro die in onze sector geïnvesteerd wordt, heeft effect” , besluit De Caluwe. “Zo realiseerden we, naast een record tewerkstellingscijfer in 2022, bijna 20 miljard omzet en zorgden we zo voor 2,2 miljard btw-opbrengsten voor de begroting. We steken nu de hand uit als partner, denken mee aan een oplossing die een win-win kan zijn in 2024, voor iedereen. Een eerste tussenstap naar verdere noodzakelijke hervormingen, om de sector duurzaam rendabeler te maken, want dit is geen eindpunt.”

#tousensemble in de praktijk!