5 CULTUUR & FEEST

5.1. Feest- en cultuurbeleid 

Probleemstelling

Horeca wordt vaak niet betrokken in de besluitvorming of inrichting van evenementen op openbare plaatsen. Ondernemers worden niet op tijd op de hoogte gesteld en kunnen niet meer inspelen op de festiviteiten. Op die manier vormen evenementen regelrechte concurrentie voor de horeca in plaats van een versterkend effect op elkaar te hebben.

Voorbereiding van feestelijke of culturele evenementen op het openbaar domein moeten daarom altijd in goed overleg met de lokale horeca gebeuren. Horeca levert een belangrijke bijdrage aan het creëren van een goede ambiance bij evenementen. Het betrekken van de sector bij deze evenementen is goed voor de werkgelegenheid en garandeert een professionele aanpak. Indien extra togen of verbruiksruimten nodig zijn, geef deze dan op eerlijke manier in concessie van een reguliere horeca-uitbater. Op deze manier kunnen horecaondernemers een rol als ambassadeur in het gemeentelijk feest- en cultuurbeleid spelen. Hoe beter ze op de hoogte zijn, hoe beter ze ook hun openingsuren en hun personeelsbezetting kunnen afstemmen op wat er wordt georganiseerd.

Ook in de ruimtelijke opstelling van deze evenementen kan rekening gehouden worden met de horeca. Zorg dat de tenten niet met de rug naar de plaatselijke horeca staan of dat er een vlotte doorstroming en circulatie gegarandeerd is zodat alle kraampjes bereikt worden. Kortom: creëer een sfeer waar zoveel mogelijk zaken van kunnen meegenieten.

 

Tot slot moeten gemeenten opletten welke extra regels ze aan uitbatingen opleggen via gemeentelijke reglementen. Zo streeft de Vlaamse overheid naar steeds meer “genderneutrale toiletten” en stelt de federale overheid alleen gescheiden toiletten verplicht voor werknemers. Toch zien gemeenten het soms tot hun plicht om gescheiden toiletten, ook in kleine horecazaken, verplicht te stellen.

 

Beleidsvoorstellen

·         Betrek de horeca tijdig bij alle culturele evenementen en feesten op het openbaar domein. Zo kunnen zij de nodige maatregelen treffen om positief aan de festiviteiten bij te dragen.

·         Denk bij de inrichting van de feesten ook aan de bestaande horeca en ken tijdelijke uitbatingen aan hen toe.

·         Ga niet te ver in het opleggen van extra regels bovenop bestaande Vlaamse en federale regels via gemeentereglementen.

 

5.2. Nachtleven

Probleemstelling

Het nachtleven wordt door steden en gemeenten vaak gelijk gesteld met overlast. Een feestbeleid is een specifiek gegeven doordat het zich niet enkel overdag afspeelt. Toch moet een stad of gemeente zich bewust zijn van de trekkende factor die een levendig, bruisend en veilig nachtleven kan hebben op zowel jongere als oudere leeftijdsgroepen. Een heel goed initiatief dat op dit vlak is het “Quality nights-label”. Dit partylabel op initiatief van de VAD verenigt clubs, concertzalen en dance-events die zich engageren om gezondheidsmaatregelen aan te bieden aan hun publiek, zoals: oordopjes, condooms, gratis water, opleiding van medewerkers, gezondheidsinfo over gehoorschade, drugs, roken en veilig vrijen en info over veilig vervoer. Ondertussen zijn er plannen om het concept van dit concept rond verantwoord uitgaan ook op bars toe te passen. Met andere woorden een “Quality Bar-label”

Een functie die vooral in grote steden met veel aanbod in het nachtleven zijn nut heeft bewezen is de “nachtburgemeester”. Dit is een persoon die tussen de stad en de nightlifesector staat. De primaire taak van de nachtburgemeester is om beleidsadvies aan de gemeente te geven, om zodoende het nachtleven in de stad te bevorderen. Hij moet discussies aanzwengelen en oplossingen zoeken over typische problemen van de nacht, zoals clubs die het financieel moeilijk krijgen door hoge huurprijzen, nachtlawaai beperken en een evenwicht zoeken met buurtbewoners, of het eenvoudiger maken voor nieuwe evenementen om alle nodige vergunningen te krijgen. Verder is het ook de ideale persoon om het nachtleven in de stad tot een hoger niveau te tillen. Hij kan een gemeente wijzen waar er op onveilige plaatsen zijn en hoe die best aangepakt worden. Plaatsing van permanente camera’s, tips in een stedelijke lichtplan, sfeerbeheer,…

Een heikel punt is de veiligheid bij dancings en danscafés. De federale veiligheidswet voorziet in een aantal verplichtingen omtrent onder meer portiers, maar legt daarnaast ook een strikt kader op. heel wat gemeenten nemen vaak goedbedoelde initiatieven door afspraken te maken over stewards. Deze afspraken zijn echter vaak onwettelijk. Er zijn voorbeelden van dancings die federaal beboet werden voor het uitvoeren van een lokale afspraak met de burgemeester. Daarnaast hebben zowel de gemeente als de dansgelegenheid er alle belang bij dat de avond rustig verloopt. Hoe beter afspraken zijn tussen de politiezone en de dansgelegenheid, hoe meer eventuele incidenten vermeden kunnen worden. Horeca Vlaanderen stelt vast dat sommige gemeenten daardoor extra belasting gaan heffen in geval van veelvuldige politie-interventie. Het gevolg is dat deze goede samenwerking in het gedrang komt. Indien er toch incidenten voorvallen, is een goede intergemeentelijke samenwerking noodzakelijk om amokmakers uit het nachtleven te bannen.

Beleidsvoorstellen

·         De gemeente draagt zorg voor een gezond, positief en bruisend nachtleven.

·         De gemeente ondersteunt en promoot de Quality Nights-labels.

·         Gemeenten met een bruisend nachtleven stellen een nachtburgemeester aan.

·         De gemeente legt geen onwettelijke verplichtingen op aan dansgelegenheden.

·         Een goede verstandhouding tussen dansgelegenheid en politiezone voorkomt in de meeste gevallen incidenten.

·         Gemeenten werken samen met de federale overheid om amokmakers uit het nachtleven te bannen. Het project “Safezone” uit Lier zou een voorbeeld kunnen zijn.

 

5.3. Veilig thuis

Probleemstelling

Een belangrijk onderdeel van een veilig uitgaansbeleid – of het nu over dancings of een avondje uit eten gaat – is veilig weer thuisraken. Via de BOB-campagnes zet Horeca Vlaanderen zich mee in om feestvierders ervan te overtuigen vooraf na te denken over hoe ze veilig naar huis terugkeren. Ook gemeenten moeten in hun mobiliteitsbeleid (zie ook hoofdstuk 6) nadenken over een veilige terugkeer.

In die zin is het onbegrijpelijk dat in de afgelopen jaren steeds meer nachtbussen werden afgeschaft. Mobiliteitsvraagstukken worden ook steeds aangepakt met steden als kern van mobiliteitsnetwerken, terwijl bijvoorbeeld discotheken vaak landelijker gelegen zijn en geen plaats vinden in dit mobiliteitsbeleid. Nochtans is het zeer belangrijk om de feestvierders uit de private wagen en in alternatieven te krijgen. De gemeenten kunnen en moeten hier een belangrijke rol in spelen.

Beleidsvoorstellen:

·         Steden moeten samen met de Vlaamse overheid investeren in nachtelijk openbaar vervoer.

·         Gemeentebesturen kunnen afspraken maken met taxi-bedrijven om vaste en betaalbare tarieven in te voeren voor bepaalde trajecten, om een valabel alternatief te zijn voor jonge feestvierder. Onder meer Gent en Oostende tonen hoe het kan.

·         Agglomeraties en grotere steden kunnen een “Collecto” systeem invoeren zoals bestaat in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: taxidiensten verzorgen ’s nachts een aantal lijnen van openbaar vervoer en vervoeren verschillende reizigers samen aan een beperkte prijs.

·         Nachtelijk vervoer gaat veel verder dan openbaar vervoer. Gemeenten moeten creatief openstaan voor alternatieven die feestende jongeren veilig thuis kunnen krijgen.