Geacht lid, Beste ondernemer,
Deze week is de langverwachte omzendbrief betreffende het geregistreerd kassasysteem (GKS) gepubliceerd door de FOD Financiën. Deze omzendbrief klaart een aantal onduidelijkheden uit en is het sluitstuk van de kassawetgeving. Zo wordt er meer duidelijkheid gegeven over onderaannemers, hoteluitbaters, foodtrucks, koks aan huis en cateringdiensten. We lijsten de belangrijkste zaken voor u op:
Onderaanneming
Een onderneming die aan een eindconsument restaurant- en cateringdiensten verstrekt en hiervoor voor de totaliteit van zijn activiteit van verrichter van restaurant- en cateringdiensten een beroep doet op een onderaannemer, is niet verplicht een GKS te gebruiken. Hij moet dus ook geen GKS-kastickets uitreiken, op voorwaarde dat hij op geen enkele manier tussenkomt bij de voorbereiding van de maaltijden noch bij de aankoop van niet bereide voedingsmiddelen. Hij moet evenmin btw-bonnetjes uitreiken. Hij moet wel een dagontvangstenboek bijhouden op basis van gedateerde verantwoordingsstukken. Deze verantwoordingsstukken kunnen bijvoorbeeld zijn: tickets van een gewone kassa, bewijzen van elektronische betalingen, ed.
De onderaannemer moet de restaurant- en cateringdiensten factureren en een GKS-kasticket uitreiken.
Een voorbeeld van zo’n onderaanneming is een begrafenisondernemers die over een eigen verbruiksruimte beschikt waar maaltijden worden voorzien en die hiervoor een beroep doet op een onderaannemer van wie hij met betrekking tot deze handelingen kastickets van geregistreerde kassasystemen ontvangt.
Hoteluitbaters
Een onderscheid wordt gemaakt tussen de eerste sector ‘hotelactiviteit’ en de tweede sector ‘andere dan hotelactiviteit’.
Voor de eerste sector ‘hotelactiviteit’ geldt:
Deze sector omvat het verschaffen van gemeubeld logies - dat al dan niet gepaard gaat met het verschaffen van spijzen en dranken of met bijkomende diensten - door een exploitant van een hotelinrichting e.d. aan hotelgasten EN die verrekend worden via de globale hotelrekening. Een hotel dat enkel zo’n activiteiten doet, is niet GKS-plichtig en mag verder werken zoals het dat gewoon is.
Bijvoorbeeld: Een hotelgast betaalt 2 maaltijden via zijn globale hotelrekening: zijn eigen maaltijd en de maaltijd van een niet-hotelgast. Beide maaltijden worden behandeld volgens de regels van de 1ste sector.
Voor de tweede sector ‘andere dan hotelactiviteit’ geldt:
Binnen deze sector dient men de drempel van 25.000 euro toe te passen om te bepalen of men gebruik moet maken van hetzij btw-bonnetjes, hetzij GKS-kastickets. Het drempelbedrag omvat de omzet uit de restaurant- en cateringdiensten met uitsluiting van het verschaffen van dranken (waaronder begrepen de maaltijden verstrekt aan niet-hotelgasten en aan hotelgasten voor zover de maaltijden niet zijn opgenomen in de globale hotelrekening). Voor de drempel wordt dus geen rekening gehouden met de logies, het ontbijt of andere maaltijden verschaft aan hotelgasten, opgenomen in de globale hotelrekening.
Als de drempel van 25.000 euro niet wordt bereikt, dan is men niet verplicht een GKS te gebruiken, maar wel om –zoals dat nu al het geval is- btw-bonnetjes uit te reiken. Deze btw-bonnetjes kunnen –zoals dat nu al het geval is- vervangen worden door facturen. Als de drempel van 25.000 euro wel wordt bereikt, dan is men wel verplicht een GKS te gebruiken en moet men dus GKS-kastickets uitreiken voor alle handelingen binnen deze sector die verband houden met het verstrekken van maaltijden en dranken, al dan niet verschaft bij de maaltijd, met inbegrip van alle verkopen van spijzen en dranken. Een factuur kan dit GKS-kasticket nooit vervangen.
Eens men een geregistreerd kassasysteem gebruikt, moet men alle handelingen die verband houden met het verstrekken van maaltijden en dranken, verricht voor niet-hotelgasten (en die niet op een globale hotelrekening voorkomen), hierin opnemen.
Bijvoorbeeld: Een niet-hotelgast betaalt 2 maaltijden: zijn eigen maaltijd en de maaltijd van een hotelgast (dus niet via een globale hotelrekening). Beide maaltijden worden behandeld volgens de regels van de 2de sector.
Foodtrucks
Wanneer de klanten de spijzen en/of dranken in open lucht verbruiken, is het btw-tarief van 12% van toepassing van zodra, naast de terbeschikkingstelling van een of meerdere (sta)tafels of uitklapbare toog bestemd voor het verbruiken van spijzen/dranken, één van de volgende dienstenaspecten aanwezig is en de klanten van de aanwezige infrastructuur gebruik maken voor het verbruiken van de spijzen/dranken:
- er is minstens één bijkomend infrastructuurelement voorzien die het verbruik ter plaatse aangenamer maakt: bijvoorbeeld grondbekleding (andere dan de vaste wegbekleding), (terras)verwarming, bescherming tegen de zon of regen (bijvoorbeeld parasol, stertent) die nuttig is voor de verbruiker, sfeermuziek verstrekt door de foodtruck-uitbater, verlichting specifiek voorzien voor de verbruikers, tafellakens, afsluitingen (bijvoorbeeld met hekken of bloembakken), …
- de foodtruck-uitbater (of een derde) voorziet meubilair zodat de klanten hun spijzen en/of dranken al zittend kunnen nuttigen
- er is serviesgoed of tafelgerei (duurzaam of wegwerp) voor een effectief verbruik ter plaatse voorhanden, bijvoorbeeld bestek, borden, glazen, kopjes, enzovoort, of de spijzen/dranken worden aan de klant op een dienblad geserveerd
- er is bediening aan tafel en/of de klant staat zelf niet in voor het afruimen.
Ook wanneer een foodtruck wordt ‘ingehuurd’ door een klant bij hem thuis of op een andere door de klant gekozen locatie en tijdstip, geldt het tarief van 12% btw.
Daarentegen, wanneer een foodtruck-uitbater op verzoek van een klant bij deze klant thuis of op een andere door de klant bepaalde plaats, zich beperkt tot het afzetten van de spijzen en/of dranken zonder menselijke tussenkomst bij die klant, is de handeling een eenvoudige levering van spijzen/dranken en is dus het btw-tarief van 6% van toepassing.
Kok aan huis
Wanneer een ondernemer bij zijn klant thuis een maaltijd gaat bereiden met ingrediënten die hij zelf aanlevert, verricht die ondernemer een cateringdienst, dus 12% btw (met uitsluiting van het verschaffen van dranken) en dit ongeacht of hij aanwezig is tijdens het verbruiken van de maaltijden door de klant en eventuele genodigden. Wanneer een ondernemer bij een klant thuis een maaltijd gaat bereiden met ingrediënten die door de klant worden aangeleverd, verricht de hij een materieel werk en deze dienst is in zijn geheel onderworpen aan het normale btw-tarief van 21 %. Wanneer de klant evenwel de ingrediënten eerst heeft aangekocht bij de ondernemer die nadien deze ingrediënten zal gebruiken voor het bereiden van de spijzen bij de klant thuis, is er in principe voor het geheel sprake van een cateringdienst, dus 12% btw.
Cateringdiensten op locatie of restaurantdiensten door feestzaaluitbaters
In principe moet het GKS-kasticket uitgereikt worden bij de voltooiing van de dienst. Praktisch gezien is dit niet altijd mogelijk. Daarom aanvaardt de administratie de volgende afwijkende regeling: Er hoeft geen GKS-kasticket uitgereikt te worden bij de voltooiing van de dienst wanneer dit praktisch niet mogelijk is, op voorwaarde dat:
- de handeling op voorhand werd geregistreerd op het GKS ter waarde van de offerte, bestelbon of geschatte waarde,
- en dat eventuele correcties binnen de 7 kalenderdagen na het evenement worden geregistreerd op het kassasysteem,
- en de beide kastickets worden uitgereikt aan de klant, eventueel samen met de factuur en uiterlijk op de 15de dag van de maand volgend op die waarin de dienst plaatsvond.
Op de overheidssite www.geregistreerdkassasysteem.be vindt u een volledig overzicht van de kassawetgeving. Horeca Vlaanderen zal ook een nieuwe kassabrochure uitwerken en u deze bezorgen.
|